The Great Breweries 25K

2u.15’56”

Zoveel tijd had ik nodig om voor het eerst in mijn nog steeds prille loopbaan 25 kilometer rond te maken en dat bij een ideaal loopweertje.

Dat deed ik in een tempo dat een pak hoger lag dan in mijn eerste loopwedstrijd van 10 kilometer, net geen jaar geleden.

En toch was ik in eerste instantie ontgoocheld.  Ik had gehoopt op 2u.10 en lange tijd was ik daar goed voor op weg.  Ik had me bij de start bewust niet willen vastbijten in het looptempo van de pacer.  Ik streefde een rustige start na, waarbij ik de  hartslag niet boven de 155 wou laten uitkomen.  En dat werkte de eerste zeven kilometer.  Daarna ging de  hartslag gestaag omhoog.  Niet meer dan normaal.
Ik was me niet bewust van tussentijden.  Wou daar niet mee bezig zijn.  Enkel focus op goed gevoel.  En dat gevoel kon ik aanhouden tot kilometer 17.  Op dat moment zag ik de pacer al een tijdje voor me en ik had de overtuiging dat ik mijn langzame inhaalrace succesvol zou afronden…mocht ik het tempo kunnen aanhouden hebben.

En dat lukte dus niet.  Na 18 kilometer was het vet zowat van de soep.  Of beter gezegd was het vat bijna af.  Ik moest mijn tempo laten zakken, mijn hartslag zakte eveneens en het vlaggetje met de 2u.10 aanduiding verdween langzaam maar zeker uit het zicht.

De laatste kilometers waren krasselen.  Puur op karakter.  De benen deden pijn.  Bij de laatste twee bevoorradingen hield ik zelfs even halt om de dorst te lessen en een stukje banaan binnen te murwen.  Het hoofd en het hart wilden harder, de benen zeiden: genoeg geweest.  Tal van lopers liepen me nog voorbij.  In de laatste 500 meter kreeg ik nog het gezelschap van mijn kozijn Steven.  Hij had een rustige aanloop genomen als voorbereiding op een trail van 50 km de week erna.  De laatste kilometers is hij beginnen versnellen, tempoloopje met mezelf als lokaas, als motivator.  Hij had me dus nog te pakken.  We hebben rustig keuvelend samen de finish overschreden aan de brouwerij van Duvel Moortgat.

20190512_100243

De ontgoocheling was er maar even.  Want The Great Breweries is een fantastische wedstrijd om aan deel te nemen.  Prima organisatie. Heel wat animatie, zowel aan de finish als onderweg.  Prachtig parcours, ruim deelnemersveld, amicale sfeer.  En een geweldige beloning aan de finish: heerlijke biertjes.  Wat wil een loper én bierliefhebber zoals mezelf nog meer?

Breendonk, ik keer in de toekomst heel graag terug!

Oh ja, thuisgekomen logde ik mijn Tom Tom in en wat bleek…4 persoonlijke records gelopen: 15 km, 10 mijl, 20 km en halve marathon.  Ontgoocheling?  Welke ontgoocheling?

Wat ik vandaag, een dag na de wedstrijd, nog als extra beloning overhoud,  is naast enige stramheid, vooral de motivatie om verder te bouwen aan mijn basisconditie om zo mezelf tegen het voorjaar 2020 klaar te stomen voor mijn eerste marathon.  En wie weet, kies ik daarvoor wel de setting van The Great Breweries.

Tot slot nog enkele woordjes van dank…

…aan allen die me de voorbije tijd gesteund hebben en het geduld hebben opgebracht om mijn loopverhalen te aanhoren

…aan Karine Van Hecke, personal coach en motivator, die me langzaam maar zeker klaarstoomt om beter te worden, rekening houdend met mijn mogelijkheden en doelen.

…Joke en Steven, voor het gezelschap.

 

 

 

Bang saapje naar Wolvenloop

Met een klein hartje – bang saapje 🙂 – kwam ik op 6 april 2019 aan de start van de Wolvenloop.  Ik had me vooraf ingeschreven voor de 10 mijl, niet wetende dat ik in aanloop naar deze wedstrijd echt heel wat offdays ging beleven.  Achteraf gezien een goede zaak dat ik me moreel verplicht voelde om te starten – ah ja, ik had de volle € 6 al betaald –  want anders had ik misschien wel mijn kat gestuurd.

Neen, het liep voor geen meter de voorbije weken.  De week na de Zwinstedenloop voelde het nochtans alsof ik snel hersteld was van mijn tweede halve marathon.  En misschien was dat ook wel zo.  Feit is dat de stresserende periode op het werk, vermoedelijk ook in combinatie met pollenallergie (berkenstuifmeel), me mentaal en fysiek  sterk hadden vermoeid.   Voor het eerst sinds ik besmet ben geraakt met mijn loopmicrobe, kreeg ik te maken met meerdere trainingsloopjes na elkaar waarin ik zeer zware benen voelde, waarin ik geen tempo kon houden, waarin ik er niet in slaagde te genieten van het lopen of om ontspannen te lopen.  Zelfs traag lopen voelde onaangenaam.  Alsof ik met iemand anders benen aan het lopen was.

De week voorafgaand aan de wedstrijd ben ik een vitaminekuur begonnen.  In combinatie met medicatie tegen hooikoorts, voelde ik me stilletjes aan weer beter, fitter, worden.  En hoewel ik op woensdag, drie dagen voor de wedstrijd, mijn laatste training had afgerond met nog steeds datzelfde zwaar gevoel, toch voelde ik me beetje bij beetje fysiek en mentaal aansterken.

De Wolvenloop in domein Puyenbroeck (Wachtebeke) werd mijn tiende wedstrijd op mijn palmares.  Een prachtige loop trouwens.  Schitterende omgeving, mooie lussen in een natuurlijke omgeving en prachtig weer bovendien.   In mijn hoofd zou ik van start gaan om er een hopelijk goede training van te maken in functie van de 25 km op 12 mei.  Maar het liep anders.

Wolvenloop3

Voorzichtig gestart, dat zeker wel, kwam ik na een tijdje toch in een goed tempo.  Naarmate de kilometers vorderden, verdween ook mijn schrik om een terugval te krijgen en werd het genieten.  De laatste kilometers had ik zelfs nog wat over om te versnellen.  Slotkilometer in 4’45” is voor deze jongen echt snel.  Met een gemiddelde van 5 min 16 per kilometer, zat ik maar net onder de tijd van in Sluis.   Met de mindere voorbereiding in het achterhoofd had ik hier vooraf willen voor tekenen.

Het goede gevoel op wedstrijd, motiveert me nu weer om er de komende weken tegenaan te gaan.   Het besef dat het de ene tijd niet kan lopen, maar dat een kentering weer snel kan komen,  neem ik mee voor de toekomst.  Hopelijk moet het me niet teveel van pas komen.

Tot slot een dikke pluim aan de organisatoren.   Dat je dit kan organiseren voor € 6 per deelnemer is toch wel straf.  Ongetwijfeld kan de Moerbeekse joggingclub terugvallen op heel wat enthousiaste medewerkers die met een groot hart dit mooie loopevent mogelijk maken.  Chapeau!  De twee Reynaerttripels hebben achteraf ferm gesmaakt!  🙂

Zwinstedenloop

Maanden naar uitgekeken, de Zwinstedenloop, hét loopdoel van het voorjaar voor mezelf en dan in de laatste weken twee spelbrekers.   Eerst wat fysieke problemen waardoor de trainingen toch wat in intensiteit dienden teruggeschroefd worden.  Daarna stressvolle periode op het werk.  Geen  krokusvakantie zoals anders, wel doorgewerkt, om zo optimaal mogelijk de schooldoorlichting het hoofd te bieden.  Met succes overigens, wat uiteraard de verdienste is van een volledig team.  En wat een team.
Maar minder ontspannen aan de start dus.  Al maakte het eindresultaat van die doorlichting super veel goed.

En wat er al eventjes zat aan te komen: nog een derde spelbreker, maar die was er voor alle lopers: een stevig windje.  Ik vermoed 4 à 5 beaufort.

De Zwinstedenloop was mijn tweede halve marathon uit mijn nog prille carrière, want dit jonge veulen dat dit er dit jaar 50 wordt, is nog maar één jaartje als recreatief loper gedreven aan de slag.  De eerste halve, vier en een halve maand terug aan het Donkmeer in Overmere, had ik gehoopt op een tijd van 1u.50.  Ik heb me toen vastgebeten in de tred van een pacer.  Iets wat ik toen na 16 km moest bekopen.  Dat was een les.  Ik was nog niet klaar voor dit tempo.  En eens in het rood, is het krasselen om aan de meet te geraken.

Met die ervaring in gedachten met de adviezen van mijn personal coach in het achterhoofd had ik me voorgenomen om voor het eerst een wedstrijd op hartslag te lopen.  Bij aanvang 150 à 155 bpm.  Daarna, zeker in de tweede helft, mocht dat ritme omhoog.

Dat resulteerde in een behoorlijk rustige, maar lastige start.  Want de eerste kilometers zat de wind behoorlijk tegen.  Niet pal op de kop, maar wel schuin in het nadeel.  Bij de start zat ik in de buik van de groep.  Dat geeft het psychologisch voordeel dat je, eens op tempo, heel wat lopers kan voorbijsteken, maar heeft het nadeel dat je – als je wil lopen voor wat je waard bent – je niet in een groepje kan settelen om wat beschutting te vinden voor de wind.  Je wil – euh je moet – vooruit.
Nu, ik ben gewoon om alleen te lopen – ik hou daar echt van – en heb dat vandaag absoluut niet vervelend gevonden.  Nu ja, met meer dan vijfhonderd deelnemers heb ik me geen seconde alleen gevoeld.  Af en toe zelfs een hele leuke korte babbel gehad onderweg.

Bij aanvang verlieten we Sluis na een korte plaatselijke ronde via de Damse Vaart.  De tegenwind bij het begin gaf vertrouwen voor deel twee, want bij het keerpunt kon de  gaskraan meer open.  Achteraf gezien gaf dit bij mij een verschil van 20 à 25 seconden per kilometer.  Vanaf kilometer 9 kon ik het tempo dus de hoogte injagen, zonder daarbij mijn hartslag uit het oog te verliezen.  Rond kilometer 13 voelde ik de neiging tot kramp in de hamstring van mijn linkerbovenbeen.  Omdat het toch nog een eind te lopen was, besloot ik om mijn tempo wat te laten zakken.  Met resultaat.  Ik kon op een goed tempo blijven verder lopen.  Daarna niet meer in de problemen gekomen.

Het venijn zat in de staart: ik had voldoende reserve om vlot te eindigen, maar die ellendige tegenwind, pal op de kop, heeft er voor gezorgd dat mijn eindtijd, volgens mijn chip 1 uur 50 minuten en (echt waar) één seconde was.  Hoe stom!  Had ik dat geweten… Volgens Strava is mijn beste tijd op de halve marathon vandaag scherper gesteld en staat die nu op 1 uur 49 minuten 56 seconden.  Willen we afspreken dat dit mijn officiële persoonlijke record is?

Ik heb vandaag gevoeld dat, wanneer de omstandigheden wat beter meezitten, er zeker nog een stuk van die tijd af kan.   Na de wedstrijd zat ik door omstandigheden aan tafel met een 70-jarige atletiekcoach die ik voorheen niet kende.  Hij liet me verstaan dat ik zonder problemen een kwartier sneller zou kunnen lopen…als ik nog 5 kg zou afvallen.   Deze Bourgondiër heeft dat er momenteel niet voor over.  Ik amuseer me in het leven en niet alleen als sporter.  Dat zou ik graag zo houden.  Al is er wel die drang om mezelf uit te dagen.  En die volgende uitdaging zal de 25 kilometer van de Great Breweries Marathon zijn op 12 mei.  Komaan, coach, laat me maar goed zweten de komende maanden.

Tot slot nog een woordje van dank aan de mensen die me vandaag hebben aangemoedigd via de sociale media, maar zeker ook aan mijn grootste fan, mijn liefste schat Ann, aan Gerrit en Reinhilde en aan Chris en Els die me in Sluis hebben toegejuicht.  Dat zorgde er zeker wel voor – echt waar, ’t is niet om te scoren – dat ik enkele extraatjes meer kon opbrengen.